Bètacaroteen is zelf geen vitamine maar wordt in het lichaam, door de lever, omgezet in vitamine A. Die bevordert de weerstand, de groei en zorgt dat de botten, huid en tanden gezond en sterk blijven.  Ook is vitamine A belangrijk voor het gezichtsvermogen. Waarschijnlijk is
bètacaroteen bovendien een uitstekend schild tegen stoffen die gezonde lichaamscellen beschadigen,  de zogenoemde vrije radicalen.  Als het lichaam voldoende vitamine A heeft aangemaakt, slaat het de rest op in de huid en beschermt die zodoende tegen zonnebrand.

De kans op een tekort aan bètacaroteen is in een welvarend land als Nederland heel klein. Wie voldoende en gevarieerd eet, komt makkelijk aan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid.  In ontwikkelingslanden kan een tekort leiden tot een tekort aan vitamine A. Dat leidt tot een verminderde weerstand, een ongezonde huid en uiteindelijk zelfs tot blindheid.

Het lichaam maakt nooit meer vitamine A aan dan nodig is. Als er bètacaroteen overblijft, nestelt die zich in de huid. Die kan daardoor
een gele of oranje kleur krijgen.  Schadelijk is dat niet. Sommige mensen bevelen het zelfs aan onder het motto ‘bruin worden van
binnenuit’.  Als voedingssupplement geldt een veilig maximum van 15 mg. per dag. Zware rokers nemen die liever niet; het zou de kans op
longkanker vergroten.

Bètacaroteen is makkelijk te herkennen omdat het groente en fruit oranje kleurt. Zoete aardappel en mango zitten er vol mee, net als wortelen, abrikozen, mango en mandarijnen. Maar ook donkergroene groenten zoals boerenkool en spinazie zijn een rijke bron van bètacaroteen.  Dat is vooral goed nieuws voor mensen die geen dierlijke producten eten, want daaruit halen anderen juist veel vitamine A.

Als supplement draagt bètacaroteen het  E-nummer E160a(ii).