Een gezond eetpatroon is voor iedereen een aanrader, maar het kan nog belangrijker zijn voor mensen die al stoeien met de gezondheid. Zoals bijvoorbeeld voor mensen die diabetes hebben. De meest voorkomende soorten van diabetes zijn type 1 en type 2. Mensen met diabetes (suikerziekte) hebben te veel glucose in het bloed. Normaal gesproken zorgt insuline ervoor dat de glucose uit het bloed wordt opgenomen door de cellen in het lichaam. Dit geldt als de brandstof van het lichaam. Bij diabetes maakt het lichaam onvoldoende insuline aan of werkt de aanwezige insuline niet goed genoeg. Daarom spuiten mensen met diabetes insuline, om zo de bloedsuikerspiegel weer in balans te brengen. Wanneer je dit niet tijdig doet, dan kan je een hyper krijgen. Oftewel een te hoge bloedsuikerspiegel. Je kan snel moe raken, misselijk zijn, dorst hebben of veel moeten plassen. Wanneer er te weinig glucose aanwezig is in het bloed, dan is er sprake van een hypo. Toch kan je met bewuste eetkeuzes het risico op een te hoge of te lage bloedsuikerspiegel vermijden. Maar wat kan je nu wel en niet eten wanneer je diabetes hebt? Een arts en diëtist zijn de belangrijkste personen die persoonlijk advies geven over het eetpatroon, affhankelijk van je gezondheid. Dit kan voor iedereen verschillend zijn. Toch geldt voor diabetici dat ze op het volgende moeten letten:

Koolhydraten

Koolhydraten bestaan uit suikers en zetmeel. Het lichaam zet de koolhydraten om in glucose, die in het bloed terecht komt. Wanneer je diabetes hebt, is de kans groot dat er te veel bloedglucose achterblijft in het bloed. Er zijn overigens snelle en langzame koolhydraten. De naam zegt het al, langzame koolhydraten worden vertraagd door het bloed opgenomen. Kies dus vooral voor deze langzame koolhydraten. Dit zijn peulvruchten, groente, fruit, melk, yoghurt, zilvervliesrijst en volkoren producten. Snelle koolhydraten worden in korte tijd omgezet in bloedglucose. Kijk daar dus mee uit. Voorbeelden van snelle koolhydraten zijn aardappelen, wit brood, koekjes, honing, snoep, frisdranken, witte rijst en witte pasta. Zorg dus dat je bijhoudt hoeveel koolhydraten je per dag binnenkrijgt. Hier zijn handige apps (voor die alles opslaan en alles overzichtelijk weergeven. Daarmee krijg je inzicht in wat je wel en niet kan eten en drinken. Kijk dus goed op een verpakking hoeveel koolhydraten het eten bevat.

Vetten

Ons lichaam heeft vetten nodig. Maar niet alle vetten zijn even gezond. Kies voor onverzadigde vetten. Die zitten in vette vis (makreel, haring, zalm), olijfolie, margarine, avocado en bijvoorbeeld noten. Deze vetten verlagen het cholesterolgehalte, waarmee de kans wordt verkleind op hart- en vaatziekten. Een uitzondering is transvet. Deze vorm van onverzadigd vet zit in roomboter, melk, kaas en vlees. Naast onverzadigde vetten zijn er ook verzadigde vetten. Die verhogen juist de kans op hart- en vaatziekten. Mensen met diabetes hebben meer kans op deze ziekten. Dit komt omdat de bloedvaten door diabetes dikker en stroever zijn. Zo zullen vetten in het bloed eerder vastkleven aan de randen van de bloedvaten. Die worden vervolgens vernauwd, waardoor bloed en zuurstof minder snel bij de organen kan komen. Zo kan de hartspier minder goed doorbloed raken, waardoor er kans is op hartfalen. Bij diabetes is het verstandig om niet veel verzadigde vetten binnen te krijgen. Deze vetten zitten in vlees, volle zuivelproducten, koeken en snoep.

Alcohol

Drink weinig tot geen alcohol, vanwege het risico op een hypo. Het advies luidt, één glas alcohol per dag. Zonder dit te compenseren met andere dagen. Voor het afbreken van de alcohol door het lichaam wordt de lever ingezet. Echter, de lever maakt ook glucose aan. Dit komt stil te liggen wanneer de lever alcohol moet afbreken. Het gevolg is dat het bloedsuikergehalte een aantal uren zal dalen. Maar alcoholische dranken zoals bier en wijn bevatten ook suikers, waardoor je bloedsuikerspiegel eerst snel en kort zal stijgen. Wanneer je na een avondje stappen vervolgens thuis in slaap valt, dan zal de piek snel voorbij zijn. Vervolgens zal de bloedsuikerspiegel langzaam zakken en is er een verhoogde kans op een hypo. Bij een hypo kan je veel zweten, trillen, hoofpijn krijgen, duizelig zijn of honger hebben. Wanneer je toch alcohol drinkt dan is het verstandig om altijd suikerproducten en een glucosemeter bij de hand te hebben.

Elk lichaam reageert weer verschillend op het binnenkrijgen van alcohol, vetten en koolhydraten. Het uitgangspunt is om een gezond eetpatroon toe te passen en zelf te ervaren hoe het lichaam reageert op wat je eet en drinkt. Op de website van het Diabetes Fonds vind je handige informatie over wat je wel en niet kan eten en drinken. Ook staan er recepten speciaal voor mensen met diabetes. Daarmee verklein je de kans op een hypo, hyper of in het ergste geval hart- en vaatziekten.