In Nederland leven bijna 2 miljoen honden en ruim 3 miljoen katten. Naar schatting is maar liefst 35% van deze huisdieren te dik: ze lijden aan obesitas of overgewicht. De laatste jaren lijkt dit percentage toe te nemen. Dat geldt trouwens ook voor mensen: meer dan 46% van de volwassen mensen in Nederland is te zwaar en 10% daarvan lijdt zelfs aan zwaarlijvigheid. Ook kinderen krijgen op steeds jongere leeftijd te maken met overgewicht.

Overgewicht is dus niet alleen een welvaartsziekte bij volwassenen en kinderen, maar ook bij onze huisdieren. En net als bij mensen levert dit bij dieren gezondheidsrisico’s op. Hoe uw dier aan overgewicht komt en wat u kunt doen om overgewicht te voorkomen of verminderen leest u hier.

http://slimafvallen.nl/wp-content/uploads/2012/02/slimafvallen-huisdieren.jpg

Oorzaken:
Net als bij mensen ontstaat ook bij dieren overgewicht door teveel eten en te weinig bewegen. Een dier dat niet genoeg beweegt, en dus weinig energie verbruikt, houdt energie over. Als dat steeds weer gebeurt, wordt het dier te dik. De balans tussen eten en bewegen kan bij uw dier op verschillende manieren verstoord worden:

  • Misschien voert u te veel, bijvoorbeeld omdat u denkt dat uw dier anders misschien honger heeft. Of kunt u zijn smekende blik niet weerstaan?
  • Krijgt uw huisdier vaak tussendoortjes? Daar zit vaak veel energie in waar hij dik van wordt.
    Is uw dier gecastreerd? Dan heeft hij veel minder energie nodig. U mag een gecastreerd dier bijna een derde minder voer gaan geven dan voor de castratie.
  • Leeftijd speelt mee. Als een dier ouder wordt, verbruikt hij minder energie.
  • Door te weinig beweging verbruikt het dier minder energie dan het binnenkrijgt.
  • Een dier kan te dik worden door gezondheidsproblemen zoals een te traag werkende schildklier, of door aandoeningen waardoor hij minder kan bewegen.
  • Door bepaalde medicijnen die een hond of kat kunnen krijgen tegen bijvoorbeeld epilepsie, kan overgewicht ontstaan. Ook de kattenpil en sommige ontstekingsremmers kunnen leiden tot overgewicht.

 

Hoe aanpakken?:
Om uw huisdier gezond en op gewicht te houden kunt u denken aan de volgende punten:

  • Door hem een afgewogen, beperkte hoeveelheid dieetvoeding te geven, krijgt uw dier minder energie binnen, maar wel alle vitaminen en mineralen die hij nodig heeft. Hij kan dan wel een normale portie eten krijgen. Zo voorkomt u dat uw dier een hongerig gevoel krijgt. Probeer natuurlijk ook te voorkomen dat de kat haar hongergevoel laat stillen door de buren: vertel hen ook dat de kat op dieet staat en geen extraatjes mag, hoe bedelend het dier ook kijkt!
  • Als u een tussendoortje geeft, is het verstandig om bij te houden hoeveel en hoe vaak dit gebeurt. Kies zo veel mogelijk voor ‘veilige’ snacks die weinig koolhydraten bevatten zoals groente. Spreek met alle huisgenoten af dat één persoon het voer en de extraatjes aan het dier geeft; zo weet u precies wat hij eet. U kunt ook een potje maken waar de extraatjes voor die dag inzitten. Natuurlijk geldt dan wel: op = op!
  • Maak voor uw dier gebruik van bijvoorbeeld een keukenweegschaal, zodat u precies weet hoeveel het dier te eten krijgt. Voor veel diersoorten kan de totale hoeveelheid eten over meerdere porties op een dag verdeeld worden, vraag aan de dierenarts of dit bij uw dier ook kan.
  • Laat u niet verleiden door een bedelende hond of kat tijdens het koken of eten. Zet het dier liever even buiten de keuken of eetkamer als u daar met eten bezig bent.
  • Meer lichaamsbeweging! U kunt het voer van uw dier bijvoorbeeld in een voerbal geven of in verschillende bakjes doen. Op die manier moet het dier ‘werken’ voor zijn maaltijd. Als u een dier heeft dat u kunt uitlaten, loop dan regelmatig een extra blokje om of wissel een wandeling af met fietsen. Spelen is ook bewegen! Er zijn genoeg spelletjes om uit te kiezen zoals frisbeeën of apporteren. Zit het dier het grootste deel van de dag in een hok, laat hem daar dan regelmatig uit of zorg voor een flinke ren.

 

Belangrijk!:
Het is voor uw dier gezonder om geleidelijk af te vallen, niet teveel in één keer. Een gewichtsverlies van één tot twee procent van het lichaamsgewicht per week is prima.

Bijvoorbeeld: Een gewichtsverlies van tachtig gram bij een kat van acht kilogram lijkt misschien op het gezicht niet zoveel, maar is een prima prestatie. U kunt dit vergelijken met het afvallen van één kilo bij een persoon van honderd kilogram.