Tegenwoordig zit er in heel veel voedingsmiddelen suiker. Dit is niet alleen voor de smaak, maar kan ook met houdbaarheid, volumevergroting (suiker is immers goedkoop) en fermentatie te maken hebben. Er wordt ook steeds meer geroepen dat suiker slecht voor je is en er zijn dan ook een hoop alternatieven, maar over veel alternatieven worden ook slechte dingen gezegd. Hoe zit het nu met suikers en zoetstoffen?
Ingrediënten
- 1kg friszoete appels (bijv. elstar of jonagold)
- 250g wortels
- 1l yoghurt
- 2-4 etl. honging, naar smaak
Was de appels, snijd de steeltjes, kroontjes en pitjes weg en doe ze in stukken in de blender. Schil de wortels en snijd ze in stukken. Doe de wortels, yoghurt en honing in de blender. Begin met 2 eetlepels honing; als het niet zoet genoeg is kan je later meer bijvoegen. Maal de smoothie glad en proef of er genoeg honing in zit, meng er eventueel meer honing doorheen.
In de bovenstaande smoothie wordt honing gebruikt als zoetstof. Honing bestaat uit fructose en glucose, welke allebei suikers zijn. Ook saccharose (waaruit kristal- en rietsuiker bestaan) en zetmeel (zoals in aardappels en rijst) zijn suikers. Suikers leveren ons snelle energie. Zetmelen doen er langer over om afgebroken te worden dan bijvoorbeeld saccharose, en geven daarom een mindere piek in onze bloedsuikerspiegel, maar hebben niet die lekkere zoete smaak. Fructose heeft een sterke zoete smaak, waardoor je er minder van nodig hebt om je yoghurt lekker zoet te maken en heeft geen effect op de bloedsuiker, maar is minder goed voor ons lichaam. Daarnaast wordt het minder zoet bij een hoge temperatuur, waardoor je dan weer meer nodig hebt. Saccharose bevat gedeeltelijk fructose, maar blijft zoeter smaken bij hoge temperatuur. Glucose (of dextrose, of druivensuiker) is wat ons lichaam verbrand voor energie en waar onze hersens op lopen. Het geeft een snelle piek in onze bloedsuiker en is minder zoet dan saccharose. Veel suikers, zoals tafelsuiker, worden sterk bewerkt om de suikers eruit te halen. Hierin zitten dan geen voedingsstoffen meer voor het lichaam, waardoor je lege calorieën binnen krijgt. Voorbeelden van suikers waar nog wel enkele voedingsstoffen in zitten zijn honing en palmsuiker.
Naast de suikers bestaan er ook extensieve en intensieve zoetstoffen. Extensieve zoetstoffen zijn suikeralcoholen die zoet smaken (vaak minder zoet dan saccharose). Deze suikeralcoholen kunnen niet door het lichaam afgebroken worden, waardoor ze minder calorieën leveren. Omdat ze niet zo zoet zijn kunnen ze ook heel goed gebruikt worden om suiker te vervangen; je kan er veel van gebruiken waardoor er geen vermindering in volume is. In snoep worden dus vaak extensieve zoetstoffen gebruikt. Een ander voordeel is dat ze niet slecht zijn voor je tanden en dat ze geen invloed hebben op de bloedsuikerspiegel. Een nadeel is dat de bacterieën in onze darmen ze wel af kunnen breken, waarbij verschillende stofjes vrijkomen, zoals gassen. Je kan dus snel last van je buik krijgen als je teveel extensieve zoetstoffen eet. Voorbeelden zijn maltitol, xylitol en isomalt.
Intensieve zoetstoffen zijn stoffen met zo’n sterke zoetkracht dat er maar heel weinig van nodig is om een product zoeter te maken. Hierdoor kunnen ze dus ook geen calorieën leveren en ze hebben geen effect op de bloedsuikerspiegel. Ze geven echter dus ook geen volume aan een product, waardoor ze vooral voor drankjes gebruikt worden. Een ander nadeel is dat ze vaak ook een bijsmaak hebben en een product bitter maken. Voorbeelden van intensieve zoetstoffen zijn aspartaam, acesulfaam-K en stevia. Over aspartaam doen zich veel slechte verhalen de ronde, maar er is nog geen onderzoek dat uitwijst dat aspartaam een slechte invloed heeft op het lichaam. Waar wel een probleem ligt bij zowel extensieve als intensieve zoetstoffen is dat het lichaam denkt dat het calorieën binnenkrijgt, maar deze niet echt krijgt. Daarvan kan de trek in eten stijgen.
Een lang verhaal, en er is nog veel meer over zoetstoffen te vertellen. Uiteindelijk is het vooral belangrijk dat je zoetstoffen niet in te grote mate binnenkrijgt. Probeer te wennen aan minder zoet eten; gebruik bijvoorbeeld steeds wat minder suiker in je koffie of leng je vruchtensapje steeds met wat meer water aan, en je zal merken dat je ook niet meer zoveel zoetstof nodig hebt om het lekker te vinden!
Door: Jeske Domans
Wil je meer weten over gezondheid? Bezoek dan onze gezondheidsacademie
Geef een reactie