Molybdeen is een spoorelement. Dit betekent dat je lichaam er niet veel van nodig heeft. Het speelt een rol bij de stofwisseling en in de vorming van enzymen voor opbouw en afbraak van eiwitten. Daarnaast zorgt het voor een goed ijzergehalte in je bloed en spieren en is het een belangrijk mineraal in tanden en tandglazuur. Tot slot schijnt het impotentie te kunnen voorkomen.

Een tekort aan molybdeen is nog nooit aangetoond en de kans dat je er te veel van binnenkrijgt is nihil. Mocht dit laatste wel het geval zijn dan verlies je extra koper via de urine.

Molybdeen zit in de volgende voedingsmiddelen:

– Granen; vooral in boekweit en tarwekiemen;

– Noten;

– Peulvruchten; vooral limabonen, groene bonen en linzen;

– Orgaanvlees; vooral in lever en nieren;

– Melk;

– Eieren.

Opgemerkt dient te worden dat de hoeveelheid molybdeen in plantaardige voeding, zoals bijvoorbeeld peulvruchten, afhankelijk is van de hoeveelheid ervan in de grond waarop de planten groeien.

Van de volgende voedingsmiddelen wordt ook gezegd dat het molybdeen bevat, maar deze komen minder in de literatuur voor:

– Schepdieren

– Donkergroene bladgroenten

– Zonnebloempitten

– Soja olie

– Wijn

– Drinkwater.