Nekhernia, er zijn opties.
Onderstaande is een casusbeschrijving bij mij uit de praktijk van een mevrouw die met nekhernia klachten op consult kwam. Het is een illustratief stukje om aan te geven dat zelfs bij een nekhernia er goede behandelopties zijn die niet gepaard gaan met een zware en riskante operatie.
Wat is een nekhernia?
Een nekhernia is een hernia ter hoogte van de nekwervelkolom. Een hernia is een uitstulping aan de tussenwervelschijf en deze uitstulping kan tegen zenuwen, zenuwwortels of het ruggenmerg aan drukken. De belangrijkste klachten zijn pijn, bewegingsverlies van het getroffen gebied en soms tintelingen, uitval van gevoel of zelfs uitval van de spierfunctie in de armen (bij een nekhernia) of benen (bij een hernia in de rug).
Wat is een tussenwervelschijf?
Een tussenwervelschijf is een flexibele structuur die tussen elke twee wervels in zit. De tussenwervelschijf geeft de wervelkolom enerzijds een bepaalde buigzaamheid en anderzijds is het een belangrijk schokabsorberend stootkussentje.
De tussenwervelschijf bestaat uit ringen kraakbeen met in het midden een min of meer vloeibare kern. Als je een tussenwervelschijf van bovenaf zou bekijken lijkt het wel een beetje op een doorgesneden ui. Allemaal ringetjes met in het midden een kern.
Hoe ontstaat een hernia?
Een tussenwervel is het hele leven lang bezig om gewicht en schokken te absorberen. De kraakbeenringen houden de vloeibare kern op zijn plaats en omdat vloeistof niet samendrukbaar is krijg je een perfecte schokdemper. Maar dan moet die kern wel op zijn plek blijven.
Soms raken de kraakbeenringen van de tussenwervelschijf beschadigd en kan de kern een beetje naar buiten toe. Er ontstaat dan een bobbeltje op de buitenste laag van de tussenwervelschijf. Dat bobbeltje drukt dan op een zenuw of op het ruggenmerg.
In de ruggenmergkanaal, dat is een ruimte aan de achterkant van de wervels waar alle zenuwen van de hersenen naar het lichaam lopen, is niet heel veel ruimte over. Daarom kan een kleine uitpuiling al tot veel klachten leiden.
Hoe wordt een nekhernia behandelt?
De belangrijkste “regulier” medisch specialist die zich bezig houdt met (nek)hernia’s is de neuroloog. Deze beoordeelt eerst de ernst van de nekhernia en besluit dan wat de beste strategie is. Bij de beoordeling van de ernst wordt allereerst beoordeeld of de patiënt “alleen maar” pijn heeft of dat er ook een dreiging is van permanente beschadiging van de zenuwen. Als de ernst het toelaat wordt meestal eerst (bed) rust voorgeschreven. Liggen haalt de druk van de tussenwervelschijf waardoor de kern weer terug kan kruipen naar het midden van de kraakbeen ringen. Als dat onvoldoende werkt zal er vaak een verwijzing naar een fysiotherapeut volgen. Als dat ook onvoldoende werkt kan een neuroloog overwegen door te verwijzen naar een neurochirurg en kan er een operatie volgen. Deze laatste stap wordt niet snel genomen omdat het een zware operatie is met een behoorlijk risico. Het probleem is namelijk dat het gebied waar de uitpuiling zit op de tussenwervelschijf heel lastig te bereiken is. Van de achterkant zitten de wervelbogen en het ruggenmerg in de weg, en langs de (zij)voorkant moet de chirurg oppassen de halsslagader en ader niet te raken.
Regelmatig worden patiënten dan ook naar huis gestuurd met de mededeling “u moet er maar mee leren leven”.
Osteopathie een behandeloptie bij nekhernia.
Er zijn echter andere opties dan rust, fysiotherapie en opereren. Deze opties bevinden zich echter in wat men noemt het “alternatieve circuit”. Ik weet persoonlijk van goede resultaten met acupunctuur, shiatsu massage enzovoort. Maar ik ben osteopaat te Haarlem en in dit stukje wil ik een casus gebruiken om te laten zien dat ook bij een klacht als nekhernia er altijd opties zijn. Eerst zal ik iets vertellen over osteopathie.
Osteopathie
Osteopathie is afkomstig uit America en is een zogeheten manuele geneeskunde. Dat houdt in dat ik als osteopaat mijn handen gebruik in het onderzoek en het behandelen van patiënten. Ik schrijf geen medicijnen voor en ik opereer ook niet.
Osteopathie is gebaseerd op de observatie dat alles in het lichaam in verbinding met elkaar staat. Elk orgaan is via bindweefsel verbonden met andere organen, botten en andere structuren. Deze verbondenheid leidt er ook toe dat als een orgaan of structuur in de problemen raakt dit storend werkt op een ander orgaan.
Osteopathie is er op gericht om een normale doorbloeding (aanvoer en afvoer), een normale lymfe-afvloedt en een normale zenuwwerking te bewerkstelligen. Ik doe dat door met mijn handen op zoek te gaan naar bewegingsverlies. Een orgaan met bewegingsverlies kan een bloed- of lymfevat afknellen of op een zenuw drukken.
Belangrijk is om te beseffen dat de eigenlijke oorzaak van een klacht zich dus heel ergens anders kan bevinden dan waar de klacht wordt ervaren.
Zo ook is het geval van deze casus.
Het geval van de nekhernia
Ik zag op een dag in mijn praktijk een dame van middelbare leeftijd met ernstige pijnklachten ten gevolge van een (radiologisch vastgestelde) nekhernia. Mevrouw was al bij de neuroloog geweest, had fysiotherapie gehad, maar tot op dat moment zonder resultaat. De klachten waren zo heftig dat mevrouw niet meer werkte en het gebrek aan perspectief maakte mevrouw neerslachtig.
Mevrouw had op dat moment de afspraak voor de operatie al staan, maar wilde in een laatste poging om dit af te wenden mij een kans geven.
Ik zal u al te specifieke onderzoeksinformatie besparen, maar uiteindelijk vond ik weinig mis met de bewegelijkheid van de nekwervelkolom, hetgeen vreemd is voor een nekhernia. Uit het onderzoek kwam eigenlijk alleen de rechter urineleider, eerste deel dikke darm en een spanning van de lange rugspieren links naar voren.
Het onderzoek gaf mij dus geen duidelijke aanknopingspunten voor de verklaring van de herniaklachten, behalve de onomstotelijke, radiologische, bevinding dat er wel degelijk sprake was van een nekhernia.
Desalniettemin ben ik de gevonden organen gaan behandelen en terwijl ik de rechter urineleider aan het mobiliseren was voelde mevrouw de pijn helemaal wegtrekken. Iets op het spoor zijnde heb ik de nabije omgeving van de urineleider onderzocht en minutieus vrijgemaakt van spanning en mevrouw ging zonder pijn en opgelucht naar huis.
Tot dat ik mevrouw twee weken later zag voor een tweede behandeling.
De klachten waren in dezelfde mate terug. Teleurstelling alom, frustratie bij mij.
In de tweede sessie heb ik naast de urineleider (en veel andere dingen) aandacht besteed aan de milt. De milt is van origine een bloedbuffer, die in tijden van stress nog steeds samenkrimpt. De combinatie van de urineleider en milt leidde tot hetzelfde positieve resultaat als de eerste behandeling. Alleen hield ook dit keer het resultaat geen stand.
Pas bij de derde behandeling kwam de spreekwoordelijke aap uit de mouw. Toen vertelde mevrouw dat zij in een ver verleden een blinde darm operatie had ondergaan. Toen ik daarna de urineleider, milt en het gebied waar de blinde darm had gezeten in combinatie met elkaar had vrijgemaakt was er een structureel positief effect.
De verklaring
Ik moet eerlijk toegeven dat een zuiver verklaring voor de relatie tussen urineleider, milt en appendix, mij ontbreekt. Mijn vermoeden is dat de milt het stressdeel van het onbewuste zenuwstelsel prikkelt of de afvloed (van bloed) uit het ruggenmergkanaal stoort, maar ik geef eerlijk toe, ik weet het niet zeker.
Het enige dat ik weet is dat ik deze mevrouw van een uiterst vervelende klacht heb afgeholpen en een zware operatie heb voorkomen.
De moraal van dit verhaal is voor mij vooral een andere manier naar klachten (en ziekzijn) kijken tot een mooi oplossing kan leiden.
De nekhernia is door mijn behandeling niet verdwenen, maar de klachten zijn wel weg. Ik verwacht dat op den duur ook de uitpuiling zal verdwijnen. Meestal trekt de kern zich terug of lost op.
Ik heb de klachten opgelost zonder iets rechtstreeks met de nekhernia of met de nek te doen. Door andere belemmerende factoren (in dit geval een urineleider, littekens en een prikkelbare milt) is de totale gezondheidstoestand van de patiënt zodanig verbeterd dat de uitpuiling van de tussenwervelschijf niet meer tot pijnklachten leidt. Of dit komt door een betere drainage van het ruggenmergkanaal of vermindering van trekkrachten op bindweefselstructuren is mij niet helemaal duidelijk, maar vind ik persoonlijk ook minder interessant.
Axel Staps, osteopaat te Haarlem
Geef een reactie